Klimaatadaptatie en -mitigatie door middel van biogas op huishoudniveau
De uitdagingen voor duurzaam biogas in Rwanda
De groeiende bevolking van Rwanda verhoogt de vraag naar brandhout en houtskool voor kookdoeleinden. Ondanks de inspanningen voor herbebossing kan het land deze vraag niet bijhouden en botst het op zijn limieten. Om deze uitdagingen aan te pakken, heeft de Rwandese overheid in 2006 een nationaal biogasprogramma gelanceerd, waarmee subsidies werden verstrekt voor de installatie van biovergisters. Eind 2022 waren er 11.147 biovergisters geïnstalleerd om aan de energievraag te voldoen.
Maar uit een uitgebreid onderzoek van de Rwanda Energy Group bleek dat van de 10.647 bezochte biovergisters er maar liefst 85% niet operationeel waren. De oorzaken hiervoor variëren van technische problemen en onvoltooide installaties tot een gebrek aan toegang tot water en voedermaterialen. Dit benadrukt de noodzaak van een meer holistische benadering die verder gaat dan alleen de energievraag maar ook rekening houdt met landbouwsystemen, toegang tot water, waterbeheer en de integratie van biogas als onderdeel van een duurzaam landbouwsysteem. Het aanpakken van deze problemen is essentieel om de voordelen van biogas, zoals milieuvriendelijke energie en verbeterde landbouwproductie, volledig te benutten en bij te dragen aan een duurzame toekomst voor Rwanda.
Optimalisatie van biovergisters: van reparaties tot volledige integratie in het landbouwsysteem
Om de werking en adoptie van biovergisters op huishoudniveau te verbeteren, worden het ontwerp en beheer van de installaties geoptimaliseerd, wat de kosten met 15% zal verlagen. Prioriteit zal gegeven worden aan de reparatie van bestaande, niet-functionele vergisters. Er zal een campagne opgezet worden om niet-functionerende biovergisters te repareren, waarbij heropgeleide metselaars worden ingezet. Er komen ook contactpunten waar boeren problemen van niet-functionerende biovergisters kunnen melden. Vaak zijn slechts kleine reparaties nodig om de vergisters weer operationeel te maken.
Daarnaast zullen watertekorten aangepakt worden door het promoten van watertanks, vijvers en stallen met betonnen vloeren zodat ook urine gebruikt kan worden als vervanger voor water in de vergister. Om het tekort aan feedstock voor de digester te verminderen, zullen toiletten op de vergister aangesloten worden. Co-vergisting met gewasresten, keukenafval en invasieve planten zoals waterhyacint zal op boerderijen getest worden en bij succes verder gestimuleerd worden. Ook wordt een garantiefonds opgezet om de kosten van biogasleningen te verlagen en wordt er gewerkt aan het verkrijgen van koolstofkredieten om de duurzaamheid van het project te waarborgen.
Verder zal de valorisatie van bioslib worden bevorderd door compostputten aan te leggen en boeren te trainen in het juiste gebruik ervan. Het effect zal geëvalueerd worden door gewasopbrengsten te meten met en zonder het gebruik van bioslib.
Een operationele biovergister van 4 m³ kan naar schatting 2,5 ton CO2 per jaar besparen. Deze schatting zal gevalideerd worden door een team van KU Leuven en UGent.
Binnen dit project zullen er 240 niet-functionerende biovergisters gerepareerd worden en 60 nieuwe geïnstalleerd. Dit zal resulteren in een CO2-uitstootbesparing van 750 ton CO2 per jaar (ongeveer 2,5 ton CO2 per jaar per werkende vergister).
Door gerichte promotieactiviteiten en het betrekken van beleidsmakers bij de voorziene workshops zullen op termijn nog eens 700 niet-functionerende biovergisters weer operationeel worden.
Voor de 1000 biovergisters samen verwachten we een CO2-besparing van 2.500 ton per jaar.